Notulen: de eerste assistenten van Peter Zwart

De notulen van de Nederlandse Televisie Stichting zijn in te zien bij het Nationaal Archief in Den Haag. Het is tamelijk droge materie en ik krijg wel een beetje medelijden met de bestuursleden die met uiterste zorgvuldigheid moeten navigeren tussen de belangen met de Nederlandse Bond voor Toonkunstenaars, de PTT, NOZEMA, de BUMA, de Nederlandse Radio Unie, Nederlandse Vereniging van Toneelspelers, het ministerie van OK&W, het KNMI, de Bioscoopbond, de KNVB, Philips en niet in de laatste plaats de belangen van hun eigen omroepverenigingen. Maar heel soms gaat het ook even over de NTS en de NTS-ers.

Zo zijn er een aantal nieuwe namen naar boven gekomen van de allereerste medewerkers van de afdeling Decor. Het gaat om een aantal assistenten van Peter Zwart die allen maar zeer kort in dienst zijn geweest. Ik stel ze hier voor op basis van de informatie uit de notulen van het Dagelijks Bestuur, en misschien komt er langs deze weg nog nieuwe informatie over deze mensen naar voren.

De heer Mulders
Op 31 juli 1952 komt Peter Zwart in dienst bij de NTS, in de notulen staat dat tegelijkertijd de heer Mulders als zijn assistent is aangesteld. Het is niet bekend hoe Mulders bij de televisie of bij Zwart terecht is gekomen. Erg lang duurt zijn aanstelling niet want in september is men al op zoek naar vervanging.

De heer Hafmans
Hafmans solliciteert in september 1952 op de vrijgekomen vacature. Ook van hem is niets bekend. Hafmans houdt de eer aan zichzelf en trekt zijn sollicitatie weer in; de werkkring lijkt hem te zwaar. Hierna komt Peter Zwart zelf met een aanbeveling: Jan Pet.

Jan Pet
Peter Zwart kende hem vermoedelijk op een of andere manier alvoor hij hem bij het bestuur aanbeveelt als zijn assistent. Rengelink nodigt Pet uit en bevindt hem geschikt voor de fuctie. Op 18 oktober 1952 besluit het Dagelijks Bestuur Pet in dienst te nemen met twee maanden proeftijd. Die doorstaat hij goed en per 1 januari 1953 krijgt hij een vast contract. Jac Hey, die tot die tijd altijd als freelancer werkte, komt op dat moment eveneens in vaste dienst. Uit de notulen blijkt verder dat Pet ergens voor 2 februari 1954 getrouwd is, hij bedankt het Dagelijks Bestuur voor hun belangstelling daarbij.

Mei 1954 of eerder wordt Pet ziek. Hij krijgt een fruitmand van het Dagelijks Bestuur. Aanvankelijk lijkt het een ontsteking in de rug, maar het blijkt huidkanker te zijn. De behandelend arts in Utrecht adviseert hem om zo snel mogelijk naar de Universiteitskliniek in Bonn af te reizen voor verdergaande behandeling. Pet vertrekt naar Bonn en verzuimt dit te melden aan het Personeelsfonds waardoor hij officieel de kosten niet vergoed kan krijgen. In de vergadering van 11 februari 1954 doen de bestuursleden hun best een oplossing te vinden. Men besluit een derde van alle verpleegkosten te betalen. In juni 1955 verblijft Pet in China, uit de brief die hij naar zijn NTS-collega’s stuurt blijkt dat hij nog hoop op genezing koestert. Hij schrijft dat hij ‘graag gauw weer terug in Bussum wil zijn’.

R.G. van Midden
Van Midden komt eind januari 1953 als jongste assistent bij de decorafdeling van Zwart. Van Midden is op dat moment 16 jaar en hij verdient 16 gulden per week. Ter vergelijking: Pet en Hey verdienen ongeveer 80 gulden per week. In februari 1954 laat Van Midden bij de uitbetaling van zijn salaris aan de personeelsfunctionaris weten dat dit zijn laatste salaris is. Zwart heeft hem gezegd ontslag te nemen omdat hij niet voldoet. De personeelsfunctionaris acht de gang van zaken onjuist, omdat Zwart hem eerst op de hoogte had moeten brengen. De kwestie wordt onderzocht, maar komt later in de notulen niet meer terug.

Waarschijnlijk is dit een portret van R.G. van Midden

Waarschijnlijk is dit een portret van R.G. van Midden

Van Midden wordt niet oud. September 1957 raakt hij samen met Egbert Schafer, zijn buurjongen uit de Planetenstraat in Hilversum, vermist in de Grossvenediger bergen tijdens een sneeuwstorm. Een groep Nederlandse klimmers had ze nog gewaarschuwd, maar de jongens gingen door. Enkele dagen later worden ze doodgevroren gevonden in een half afgemaakte ijshut samen met een eveneens vermiste Duitse douanebeambte. De krantenberichten die over het ongeval schrijven melden dat Van Midden bouwkunde studeerde.