Schilderij verkocht via de televisie

In het voorgaande artikel over hoe Peter Zwart bij de NTS terecht kwam, noemde ik het al even kort: de verkoop van een van zijn schilderijen via de televisie. Het leuke is, er zijn ‘tele-snaps’ van deze uitzending.

Op vrijdag 8 mei 1953 zijn Zwart en zijn kunstwerken op televisie naar aanleiding van zijn expositie in Casino Hamdorff te Laren. Op maandag 11 mei schrijven alle kranten over wat er na die uitzending gebeurt:

LAREN, 10 mei – Hoe doeltreffend reclame voor de televisie zou kunnen zijn, bleek vrijdagavond, toen een TV-uitzending werd gegeven uit het Casino Hamdorff te Laren, waar Peter zwart momenteel beeldhouwwerk en schilderijen exposeert. Een van de doeken, voorstellende de Rialtobrug te Venetie, werd op het beeldscherm gebracht en kwam voor de ogen van een “kijker” in Gorkum. Deze stelde zich met de kunstschilder Zwart in verbinding en… de volgende dag was het schilderij verkocht. (De Telegraaf, 11-5-1953)

De fotograaf van de NOS is aanwezig en maakt foto’s, deze zijn hieronder te zien.

Uit het archief van Zwart komen nog twee bijzondere foto’s van fotograaf J.F. Oppenheim in Wassenaar. Op deze foto’s zien we het beeldscherm, het (Philips-)toestel met de draaiknoppen en een grafische verduidelijking van de herkomst van het beeld. Het signaal wordt vanuit de kerktoren van Irene in Bussum verstuurd naar de straalzender in Lopik. Dat signaal wordt door het televisietoestel van de fotograaf in Wassenaar ontvangen en gefotografeerd. De fotograaf zag, in navolging van de Britse John Cura, een handeltje in deze ‘tele-snaps’.

Die foto’s probeerde de dochter van de fotograaf of tamelijk brutale te slijten aan televisiemedewerkers. Dat kwam het NTS bestuur ter ore. Zij vonden met name de naamsvermelding van de NTS op de foto’s bezwaarlijk, maar er bleek niets strafbaars of vervolgbaars aan. Veel NTS-medewerkers lieten zich door de dochter van de fotograaf overhalen tot aankoop, ze duiken in een aantal verschillende archieven op, en waarom ook niet? Het was de enige mogelijkheid om een tastbaar aandenken te krijgen aan hun verschijning op het vluchtige medium.