Decors van Frank: Liesbeth en Ramses

Frank Rosen heeft voor het onderzoeksproject een selectie uit zijn omvangrijke archief gedigitaliseerd. Een aantal ontwerpen en foto’s zijn al eerder gepubliceerd in het boek Frank Rosen. De zoektocht (1991). Deze week aandacht voor de show Liesbeth en Ramses van Bob Rooyens (AVRO, 21-2-1981).

This slideshow requires JavaScript.

Het programma heeft als overkoepelend thema ‘spelen’. De leader, aftiteling en bumpers zijn vormgegeven als een soort ganzenbordspel waarop fantastische geschminkte en geklede figuren opduiken. In korte bumpers tussen de nummers zijn Liesbeth List en Ramses Shaffy in het kader van dit spelbord in beeld en vertellen iets over de nummers of henzelf.

This slideshow requires JavaScript.


Tijdens het eerste nummer Draden staat Ramses Shaffy in een chroma-key-collage in een terrarium met wormen, vliegende duiven en zwevende fantasiefiguren. De vliegende duiven vormen de grootste uitdaging. Hiervoor is een kooiconstructie om de tv-camera gebouwd waar de beestjes tegen een blauwe achterwand rondvliegen.

This slideshow requires JavaScript.


Liesbeth List zing Amsterdam grafitti in een bewegend stadsdecor. Op de rand van een draaischijf staan de contouren van grote grafitti teksten en de rondhorizon is in een bakstenenmotief geschilderd. De camera, de draaischijf, List en de dansers (ook in baksteenmotief gekleed) draaien en lopen allemaal in eigen tempo en richting rond. Daardoor is geen enkel shot hetzelfde qua compositie van achtergrond, dansers, letters en zangeres. Alles beweegt, net als in de hektiek van een grote stad. Electronische omdraaiing van de kleuren zorgt zo nu en dan voor een extra punk-achtige sfeer.

archief Frank Rosen

archief Frank Rosen

He, jij daar gezongen door List, is juist weer uitermate statisch. List staat tussen grijze en grauwe figuranten in de tram, iedereen kijkt boos voor zich uit en iedereen, ook List staat stil. Dat kille en strarre past uitstekend bij de hatelijke tekst van het nummer. Bob Rooyens heeft dit fragment uit de show op zijn YouTube kanaal geupload: kijken!

.

©Beeld en Geluid

©Beeld en Geluid

Het volgende nummer is zonder decor. Het is in één lang shot opgenomen waar heel langzaam een beetje in- en uitgezoomd wordt. Hier zien we List en Shaffy close-up en door middel van een electronisch veeg-effect en een licht wat net tussen de twee hoofden door recht op de camera schijnt, krijgt dit nummer zowel een futuristisch romantisch tintje.

.

This slideshow requires JavaScript.


Marie en Margot past qua stijl weer goed bij het eerste nummer. We zijn in de fantasie van Shaffy die samen met zijn twee maitresses op een door vrouwenhanden gedragen bed door de zevende hemel zweeft. Er zijn gekleurde schaapjes, schaars geklede dames en een regenboog. De losse elementen zijn met behulp van chroma-key in een weelderige wolkenhemel gezet. Fantastische vondst zijn de plastic borsten in de kostuums van ontwerper Eugenie Brands.

This slideshow requires JavaScript.


In het lied Nasmaak wacht List in haar kaartenhuis op de thuiskomst van haar drankzuchtige echtgenoot. Rosen: “Het kaartenhuis stond daarbij symbool voor het levensgeluk. Het wat agressief-erotisch beeld van de speelkaarten is consequent doorgevoerd in de door mensen gedragen tafel, de klok, de kostuums en de rekwisieten.” De beeldspraak van het kaartenhuis wordt verder uitgebouwd doordat het kaartenhuis aan het einde van het lied ontploft en instort.

BobRooyens.com

BobRooyens.com

In het nummer Laat me loopt de ongrijpbare Shaffy door een zee van graaiende armen. In een aantal shots zwaaien de armen met zaklampen alsof ze de zanger zoeken. Hier gebruikt Rooyens weer een electronisch veeg-effect met een dromerig resultaat. Dit nummer staat ook op Rooyens YouTube-kanaal: kijken dus!

.

This slideshow requires JavaScript.

In het volgende nummer kruipt Liesbeth List in de huid van een oude vrouw die wilde jaren heeft gehad. De oude vrouw zit op een stoel in de vorm van een man, maar deze is alleen in het begin van het nummer even in beeld. Rooyens schakelt tussen grijze bejaarden achter de geraniums naar een ronde bar waar List midden in een ronde tiet zit en omringt is door etende mannen. Een waanzinnig beeld wat zeker in de shots van bovenaf en met caleidoscopisch effect zeer treffend uitbeeld dat de grijze muis vroeger in het middelpunt van seksuele belangstelling stond.

This slideshow requires JavaScript.

Het decor voor laatste nummer Loop door is qua vormgeving gebaseerd op hetzelfde concept als Amsterdam grafitti. Alleen zijn we nu in New York en zijn de kleuren en vormen uitbundiger en vrolijker. De kostuums en grime van de figuranten en dansers zijn wederom fantastisch. Dit nummer is ook online te bekijken op het YouTube-kanaal van Bob Rooyens: gaat dat zien!

Decors van Dorus: Beppie

Dorus van der Linden haalt herinneringen op aan bijzondere programma’s en mooie decors. Ditmaal over de serie Beppie van de AVRO. Van deze comedie met magisch realistische touch zijn 12 afleveringen gemaakt en uitgezonden in 1989. Na een autoongeluk wordt Beppie (Sylvia de Leur) toegelaten tot de hemel, maar haar man Jacques (Johnny Kraaykamp sr.) moet eerst nog een goede daad verrichten. Hij wordt teruggestuurd naar hun oude huis, waar nu het gezin Leeflang woont. Beppie volgt de verrichtingen van haar man en geeft vanuit de hemel commentaar.

This slideshow requires JavaScript.

Dorus van der Linden: “Annie M.G. Schmidt had samen met haar zoon, Flip van Duijn en Haye van der Heyden een komische serie geschreven en er was een topcast met Adele Bloemendaal, John Kraaykamp Sr., Rijk de Gooyer, Sylvia de Leur en Nada van Nie. Producent BELBO ging de serie opnemen in een geïmproviseerde studio in Baarn. Via filmproducent Frans Rasker, die mede-producer was, werd ik voor deze serie gevraagd.”

“Omdat ik voor dit decor een andere weg wilde inslaan dan wat gebruikelijk is voor zo’n komische serie besloot ik kontact te zoeken met “Dutch Design” in Utrecht, waarmee ik in het verleden al eens prettig had samengewerkt. Ik kon als meubilering van mijn decor vrijelijk uit hun showrooms kiezen. Met het “Bloemenbureau Holland” had ik eenzelfde afspraak voor bloemen en planten en “Sie Matic” leverde de keuken van mijn keuze.”

This slideshow requires JavaScript.

“Zo werd het decor een staaltje van samenwerking met verschillende bedrijven, of beter gezegd; sponsering avant la lettre. Omdat ik de uitzichten uit de ramen van het huis ook niet naturalistisch wilde had ik in de vensters ‘n soort kathedraalglas laten zetten waarop de belichter zich kon uitleven.”

“Voor de leader heeft Martien van den Dijssel een maquette van het huis gemaakt, die stond op een landkaart en Kraaykamp sr. valt daar vanuit de hemel op af. De leader met de maquette van het huis heb ik samen met een cameraman en special effects opgenomen om dat de regisseur toen al in de montage zat! Ook de belettering is door mij bedacht. Dat was leuk, dan kon ik mijn oude vak weer eens toepassen.”

This slideshow requires JavaScript.

“De dag voor de opname in Studio Baarn was een kennismakingsborrel georganiseerd, met alle acteurs en medewerkers. Frans Rasker vroeg of ik Annie bij de arm wilde nemen en met haar als eerste door het decor wilde wandelen. Bloemenbureau Holland had voor deze gelegenheid flink uitgepakt en er stonden overal enorme bloemstukken. Waarop Annie mij vroeg: “Dorus, ik had er toch geen bruiloft ingeschreven?” Jammer genoeg was de serie bij het grote publiek niet zo’n groot sukses!”

Bewegend beeld: Jan van der Does en Jef de Groot

De AVRO zendt in seizoen 1959/1960 een achtdelige serie over televisie uit (Dat is TV) in het kinderuurtje op woensdag. In de derde aflevering is het decor aan de beurt. Ageeth Scherphuis ondervraagt Jan van der Does en Jef de Groot over de totstandkoming van een decor. Als voorbeeld nemen ze de aankomende Weekendshow. We krijgen een kleine rondleiding bij Decor Uitvoering, de afdeling van Jan Noorda waar houtbewerkers, schilders en andere vakmannen aan de verschillende zet- en hangstukken werken en waar Ger Nooy achterdoeken schildert. We zien de opbouw in de studio en de repeties met artiesten en changementen.

Ook leuk: de foto’s van de decormaquette voor de Kerstuitzending van de Weekendshow enkele weken ervoor: Gallery: Weekendshow en de papieren ‘drie-in-een’ maquettes die Jan van der Does voor enkele andere Weekendshows maakte.

Met dank aan de AVRO en Beeld en Geluid voor het beschikbaar stellen van dit fragment.

Freek Biesiot: “programma niet bekend”

UPDATE 18 sept: Gevonden! Uit het fotoarchief van de voormalige NOS fotodienst, onlangs geheel gedigitaliseerd door het Instituut voor Beeld en Geluid, blijkt dat het gaat om een kindermusical met de titel In tierelantijn, opgenomen op 11-5-1968 en uitgezonden op 8-6-1968 door de AVRO. Met kinderkoor De Schellebellen onder leiding van Paula van Alphen.

Bij het registreren van het archief van decorontwerper Freek Biesiot willen we natuurlijk zoveel mogelijk informatie bij de stukken vastleggen. Op zijn minst een jaartal en een programmatitel. Nu is dat bij de meeste decortekeningen niet zo’n probleem. Rechtsonder staat, net zoals bij bouwtekeningen, alle informatie die nodig is: ontwerper, assistent, opnamedata, productienummer en (werk)titel. En zelfs als de programmatitel ontbreekt of geen ‘hits’ oplevert in het televisiearchief van Beeld en Geluid, kan op basis van de rest van de gegeven via andere collecties en databases meestal de titel nog wel achterhaald worden.

Voorbeeld van de 'metatdata' op een decortekening uit het archief van Freek Biesiot. .

Voorbeeld van de ‘metadata’ op een decortekening uit het archief van Freek Biesiot. Men was zuinig met papier. Zo zie je op decortekeningen uit de jaren zeventig nog steeds het NTS logo van vóór 1969.

Maar het archief van Freek bevat ook objecten die niet voorzien zijn van zo’n handig kadertje ‘metadata’, maquettes bijvoorbeeld. Van de oudste maquettes in zijn archief hebben we nog geen datum en jaar gevonden. Wat we wél weten is dat het gaat om een kinderprogramma van regisseuse Anneke Hoog-Antink voor de AVRO. Freek meent zich te herinneren dat het een musical-achtig programma was uit 1965. Volgens Anneke is het decor gebruikt in de aflevering ‘Portret van een gauwdief’ uit de serie Eb en Ebbeltje, uitgezonden op 11 mei 1968. De site Kindernet.tv vermeldt daar echter Jaap Binnerts (echtgenoot van Anneke) als decorontwerper. Onderzoek in de collecties van Beeld en Geluid geeft geen uitsluitsel, er is geen programmamateriaal van het genoemde programma te vinden. En op de Ed en Ebbeltjefoto’s van het ANP is niets te zien van deze blauwe huisjes. Het kan dus goed dat de maquette voor een ander (eerder?) programma van Anneke bestemd was.

Maquette voor onbekend AVRO-kinderprogramma uit de jaren zestig. Ontwerp: Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

Maquette voor onbekend AVRO-kinderprogramma uit de jaren zestig. Ontwerp: Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

Tekening voor onbekend AVRO-kinderprogramma uit de jaren zestig. Ontwerp: Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

Tekening voor onbekend AVRO-kinderprogramma uit de jaren zestig. Ontwerp: Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

U voelt hem al aankomen… Herkent u dit programma? Reageer op dit bericht of mail naar info@vormvanvermaak.nl.

Zenderprofilering: een moeizame start

NRC schreef op 13 maart over de naamsverandering van de drie publieke netten. Ze gebruikten daarbij een aantal beelden uit de stationcall van Nederland 1 uit 1988, een ontwerp van Theo Dijkslag (NOB Design, met muziek van Stephen Emmer). Hoewel de keuze van NRC voor dit beeld een beetje willekeurig lijkt – deze zenderstyling wordt niet genoemd in de tekst – is het een perfecte illustratie bij de ophef die de vorige week speelde. Want op 4 april 1988, de dag dat deze stationcall in première gaat, wordt de moeilijke verhouding tussen zender- en omroepprofilering voor het eerst zichtbaar op televisie.

Wat is er anders die 4 april 1988? Op Nederland 1 is Dijkslag’s vormgeving dus voor het eerst te zien. De logo’s van de nieuwe vaste spelers op het net: EO, NCRV, KRO en VARA zijn prominent in beeld onder een Romeinse 1 die als een luik de uitzenddag opent en sluit. Maar afgezien van die twee stationcalls, nota bene uitgezonden op momenten dat er bijna niemand kijkt, verandert er weinig. Op Nederland 2 waar vanaf die dag AVRO, TROS en VOO (Veronica) uitzenden, blijft ook veel hetzelfde. De omroep(st)ers noemen het net (soms) ‘ATV’ en er buitelt af en toe een grote blauwe twee door het beeld. De grootste verandering die dag is natuurlijk de start van Nederland 3. Dit net heeft wel een complete zendervormgeving, naar ontwerp van Will Bakker (NOB Design), wat bestaat uit meer dan 25 verschillende filmpjes. Het zijn niet alleen variaties op het zenderlogo, maar ook programma-overzichten, storingskaarten, de klok en filmpjes waarin zenderlogo en de logo’s van de kleine zendgemachtigden op dit net, zoals Teleac, FEDUCO en IKON, in elkaar overlopen.

Waarom zien de zenders er zo verschillend uit? Waarom lukt het direct om op Nederland 3 een zendervormgeving te implementeren terwijl er op Nederland 1 en 2 lijkt of er nauwelijks iets verandert? Daarvoor moeten we eerst meer weten over de aanleiding en doelstellingen van deze verandering.

Op Nederland 2 is de blauwe twee regelmatig in beeld. De vormgeving van Veronica en AVRO bestaat uit veel blauw en glimmende 3D animaties

Op Nederland 2 is de blauwe twee regelmatig in beeld. De vormgeving van Veronica en AVRO leek al erg op elkaar:   veel blauw en glimmende 3D animaties. Bron: YouTube

De veranderingen in de vormgeving van de zenders zijn een onderdeel van de invoering van het thuisnetmodel. Vóór 1988 hadden omroepverenigingen allemaal hun eigen avond op Nederland 1 en volgens een onnavolgbaar schema een wisselavond op Nederland 2. De omroepverenigingen werden door de de toetreding van TROS, EO en VOO aan het publieke bestel in een lastige positie geplaatst(De Leeuw, 2012: 170). Enerzijds werden ze min of meer gedwongen om elkaar met ‘lichte’ populaire programma’s te beconcurreren om de gunsten van een zo groot mogelijk publiek. Anderzijds waren ze wettelijk verplicht om ook programma’s te maken voor de specifieke stroming die ze vertegenwoordigden en om de ‘zware’ kost, zoals kunst en educatie te brengen.

Het leidde ertoe dat omroepverenigingen hun populaire programma’s uit gingen zenden op hun vaste avond op Nederland 1 en de minder toegankelijke programma’s tijdens de wisselavonden op Nederland 2, het zendschema daarvan was immers voor de kijker toch niet te onthouden. De kijkcijfers van Nederland 2 maakten een vrije val. In het thuisnetmodel werden de ‘zwaardere’ programma’s niet weggestopt, maar zouden ze een betere kans krijgen, ingekapseld tussen ‘lichte’ programma’s. Het thuisnetmodel poogde de indeling van zendtijd eerlijker te maken, zodat de omroepverenigingen beter hun tegenstrijdige opdracht – het aanspreken van een groot algemeen publiek én een kleine specifieke stroming – konden vervullen.

Maar bovenal gaf het thuisnetmodel de televisiekijker meer structuur en duidelijkheid over het uitzendschema, ieder had nu een vaste avond op een vast net. De kijker zou zijn favoriete omroepvereniging gemakkelijker kunnen vinden. Naast de zenderindeling kwamen de omroepverenigingen de kijker ook tegemoet in de wijze van programmeren. De spelers op Nederland 1 bijvoorbeeld maakten gezamenlijk afspraken over een horizontale programmering, een model dat door zo goed als alle niet-Nederlandse publieke en commerciële zenders gebruikt wordt. Zo besloten ze om elke avond om 19.00 na een kort journaal een breed toegankelijk amusementsprogramma voor jong en oud te programmeren. En de late avond werd gereserveerd voor de actualiteiten rubrieken. Dat was dan wel elke dag een andere amusementsshow of actualiteitenrubriek, maar het gaf kijker meer houvast.

Het thuisnetmodel – met de vaste spelers per net, de vaste avonden en de mogelijkheid van horizontale programmering – zou de publieke omroep voor de kijker aantrekkelijker maken, en tegelijkertijd liet het de omroepen genoeg vrijheid om zich te kunnen blijven concentreren op de kwaliteit en signatuur van hun programma’s. Tot zover waren de meeste omroepverenigingen het er over eens dat de veranderingen van 1988 hen ten goede kwamen. Maar dachten ze over de ontwikkeling van een gezamenlijke zenderprofilering?

Pas in 1977 – 13 jaar na oprichting van het tweede net! – kregen Nederland 1 en 2 een logo. Ontwerp: Hans van der Jagt. Bron: Beeldengeluidwiki.nl

Een imago van een zender is voor buitenlandse omroepen als de BBC of de BRT en voor commerciële zenders zoals CNN of RTL vanzelfsprekend. Het logo van de zender (eventueel aangevuld met een getal) is de hele uitzending lang in beeld. Niet alleen in het rechter of linkerhoekje van het scherm, maar ook als stationcall, in de bumpers die reclameblokken introduceren of afsluiten, als achtergrondprojectie bij de omroep(st)er, in programma-overzichten en -promo’s, enzovoorts.

In het unieke Nederlandse bestel is dat zenderimago nooit vanzelfsprekend geweest. In 1930 besloot de overheid immers de ether te verdelen over een klein aantal organisaties met een religieuze of ideologische grondslag. In deze verzuilde tijd was een duidelijke afbakening van de gedeelde zendtijd op één zender noodzakelijk. Je wilde als godvrezende Katholiek niet per ongeluk bloot komen te staan aan een radio- of televisie-uitzending van die oproerkraaiers van de VARA. Titelkaarten met logo’s, de omroep(st)ers, herkenningsmuziek en later stationcalls gaven duidelijk aan wie de afzender was. De naam of het nummer van de zender speelde nauwelijks een rol en zo neutraal en onopvallend mogelijk aanwezig. Pas in 1977, 13 jaar na de introductie van Nederland 2 had Hans van der Jagt (NOS Grafisch Ontwerp) twee titelkaarten ontworpen die door herhaaldelijk en langdurig gebruik (tot 1984) beschouwd kunnen worden als de eerste zenderlogo’s.

Tijdens de ontzuiling en de toetreding van TROS, EO en VOO brak een periode van interne concurrentie aan. De afbakening kwam meer en meer in het teken te staan van marketing. Huisstijlen, imagocampagnes en groots opgezette ledenwerfacties benadrukten niet meer primair wie de afzender was, maar hadden vooral het doel de omroepvereniging als een merk neer te zetten. De zendtijd tussen de programma’s in werd – naast de inhoud van de programma’s – een belangrijke ruimte. Een alomvattende zendervormgeving zoals bij niet-Nederlandse publieke omroepen en commerciële zenders was daarom ondenkbaar in 1988. Dat zou inbreuk maken in de verworven rechten van de zendgemachtigden om hun deel van de zendtijd naar eigen inzicht in te richten, en bovendien zou het extra concurrentie betekenen. De kijker moest een band opbouwen met een omroepvereniging, niet met een zender.

Het Nederland 3 logo  gaat naadloos over in het logo van Teleac (ca 12 sec) waarna een omroeper buiten beeld het programma introduceert (ca 12 sec)

Het Nederland 3 logo gaat naadloos over in het logo van Teleac (ca 12 sec) waarna een omroeper buiten beeld het programma introduceert (ca 12 sec). Bron: YouTube

De invoering van een zendervormgeving lukt daarom alleen op Nederland 3. De kleine zendgemachtigden op dit net en ook de NOS waren voor hun zendtijd immers niet afhankelijk van ledenaantallen en konden zich onttrekken aan de concurrentiestrijd waar de rest van de omroepverenigingen in verwikkeld was. Bovendien konden deze kleine zendgemachtigden geen aaneengesloten avonden aanbieden, daarvoor hadden ze te weinig middelen en zendtijd. De vormgeving van de ruimte tussen de programma’s in was daarom minder van belang. Zij hadden er juist voordeel van als het nieuwe derde net een sterke identiteit zou krijgen ten opzichte de andere twee -bij de kijker al vertrouwde- netten. Ook bij het feit dat de vormgeving misschien wel érg goed paste bij die van de NOS hadden de kleine zendgemachtigden meer te winnen dan te verliezen.

Maar op Nederland 1 en 2 hadden de ledengebonden omroepen wel wat te verliezen bij een prominent aanwezige zendervormgeving. Daarom veranderde er op het scherm zo weinig. De zendervormgeving kreeg een bescheiden plaatsje aan het begin en einde van de uitzendingen (de zender ging ‘s nachts en een groot deel van de dag op zwart) en de omroepverenigingen behielden de vrijheid om de zendtijd tussen hun programma’s naar eigen inzicht in te vullen. De stationcall van Nederland 1 valt op door onopvallendheid. Het gebrek aan kleur, de minimale vorm en de dienende symboliek van het net als een doorgeefluik naar de omroepverenigingen is allemaal gekozen om de EO, KRO, NCRV en de VARA tevreden te houden. Met deze vormgeving wordt geen van de vier omroepverenigingen voorgetrokken, maar van een gezamenlijk gezicht is absoluut geen sprake. De zendervormgeving had even goed gepast bij een willekeurige groep andere zendgemachtigden.

Het begin van de EO-woensdag op Nederland 1. Na het testbeeld, start-up en klok: de zendervormgeving (ca 8 sec) gaat over in de EO stationcall (ca 20 sec), de omroeper en programmaoverzichten (ca 2 min)

Het begin van de EO-woensdag op Nederland 1. Na het testbeeld, start-up en klok: de zendervormgeving (ca 8 sec) gaat over in de EO stationcall (ca 20 sec), de omroeper en programmaoverzichten (ca 2 min). Bron: YouTube

Nederland 2 werd het vaste thuisnet voor de AVRO, TROS en VOO (Veronica). Als elkaars grootste concurrenten in de amusementsprogramma’s voor een breed publiek waren zij het meest gebaat bij een situatie dat hun avonden niet overlapten. Deze omroepverenigingen lijken daarom op een veel actievere manier dan de spelers op Nederland 1 betrokken te zijn geweest bij de totstandkoming van een gezamenlijke zendervormgeving. Zo besloten ze het net om te dopen tot ‘ATV’, een afkorting van AVRO, TROS en VOO. De driedimensionale blauwe twee als zenderlogo was waarschijnlijk snel gekozen, bij alle drie de verenigingen is driedimensionale, glimmende, blauwe computeranimatie immers onderdeel van de tv-huisstijl. De TROS ging nog een stukje verder en neemt een -iets andere- blauwe twee als begin en eind van de eigen stationcall. Doordat de vormgeving van de drie bespelers op het net al sterk op elkaar lijkt en ze die nogmaals onderstrepen met de blauwe twee, komt er een -misschien niet heel consequente- maar toch behoorlijk samenhangende vormgeving op Nederland 2 – of ATV.

De Nederland 2-vormgeving wordt opgenomen in de TROS-stationcall (ca 24 sec)

De TROS-stationcall begint en eindigt met een blauwe twee (ca 24 sec). Bron: YouTube

Maar er is nog een vierde speler op Nederland 2, de VPRO met als vaste avond de zondag. De VPRO past in geen enkele opzicht tussen de andere drie spelers. De omroepvereniging verdiepte zich juist in de programmatypes die met name de AVRO, TROS en VOO lieten liggen. De VPRO was ook nadrukkelijk om niet van plan mee te doen aan het horizontale programmeren, want zij onderscheidden zich met thema-avonden (horizontale programmering) waarbij het thema zelfs in de vormgeving van de avond terug te zien was. Ook tijdens de ‘gewone’ avonden was sinds 1971 de traditie ontstaan om de omroep(st)er buiten beeld te laten. De VPRO had vaste ontwerpers die verantwoordelijk waren voor het ontwerpen van een avant-gardistische aaneenschakeling van stationcalls, programma-aankondigingen en programmaleaders. Bob Takes, VPRO-ontwerper in 1988, verafschuwde de vliegende, glimmende driedimensionale logo’s van AVRO, TROS en VOO en gaf de VPRO met verfspetters, veel wit en rafelige lijnen een platte, grafische stijl. De VPRO was dus qua inhoud, programmeringsstrategie én vormgeving de tegenpool van de AVRO, TROS en Veronica. De VPRO weigerde uiteraard de blauwe twee te gebruiken.

De VPRO vormgeving van Bob Takeswas misschien wel de tegenpool van de vormgeving van de andere spelers op Nederland 2

De VPRO vormgeving van Bob Takes was de tegenpool van de vormgeving van de andere spelers op Nederland 2. Bron: YouTube

De poging om tegelijkertijd met het thuisnetmodel ook een vorm van zenderprofilering te introduceren was dus een wisselend succes. De AVRO, TROS en VOO probeerden er het beste van te maken en ook de niet-ledengebonden zendgemachtigden zagen wel de voordelen. Bij de VPRO, EO, KRO, NCRV en VARA lijkt er meer te spelen dan een strijd tussen zender- en omroepprofilering. Omroepverenigingen die die op geen enkel vlak overeenkomsten hadden – denk aan de VPRO met AVRO, TROS en VOO, maar ook aan de VARA met de confessionele omroepverenigingen-, die bovendien in hevige concurrentiestrijd met elkaar verkeren om massaal weglopende leden, worden gedwongen om samen een net te bestieren. Zo bezien is het een wonder dat er op 4 april 1988 überhaupt iets op televisie kwam.

Bronnen:
Persbericht: “Nederland 1 op 4 april van start: ZEKER TWEE JAAR EN ZES MAANDEN DUIDELIJKHEID”, 10-3-1988, waaraan toegevoegd is “Uiteenzetting van mr. Aart Duijser, voorzitter van het F.O.P., op de persconferentie van de bespelers van het Eerste Net (EO, KRO, NCRV en VARA). – op donderdag 10 maart 1988 in de VARA-studio.”

Sonja de Leeuw, ‘Televisie verbindt en verdeelt, 1960-1985’ in Een eeuw van beeld en geluid, Beeld en Geluid: 2012.

Omroepsters jubileum

Het is vandaag 20 jaar geleden dat Nederland 1 afscheid nam van de omroep(st)ers. Michel van Dijk zette een paar van die sprankelende stukjes tv achter elkaar. Zullen de mensen thuis naar het scherm hebben gezwaaid bij het afscheid?

En in dit kader plug ik nog even het onvolprezen en volledige overzicht van alle omroepsters in de Beeldengeluidwiki.nl en het boek vol interviews met de ‘levende visitekaartjes’: Goedenavond dames en heren.

Pauze

Michel van Dijk stuurde deze mooie vondst door. Het gaat om een pauzebeeld tijdens een live uitgezonden show van Henk Elsink in oktober 1974. In het theater doen ze natuurlijk een kwartiertje pauze en wat laat je dan op tv zien? Nou ja, gewoon een foto, logo’tje en een klok dus. Lekker rustig en je mist niets als je net als het theaterpubliek even een drankje of een plasje doet!

Via Omroepers.nl

Chips die je niet kunt eten

Chips die je niet kunt eten , dat zijn natuurlijk microchips in de computer. Maar het is ook de titel van een educatief tv-programma voor jongeren over het gebruik van de computer, wekelijks uitgezonden in het eerste half jaar van 1986. Presentatoren Liesbeth Holstvoogd en Gerard Sonder praten in de studio met jongeren die zelf computerprogramma´s schrijven en geven les in programmeertaal BASIC.

Theo Dijkslag, destijds een van de ontwerpers van NOS grafisch ontwerp, maakt de leader voor het programma op een Atari 600XL. “De regisseur kwam naar me toe met een computer en zei: “probeer hier maar eens iets op te maken” en gaf het ding mee naar huis. Ik heb toen thuis, in zo’n 6 weken, zo tussen de bedrijven door, stap voor stap deze leader geprogrammeerd. Ik heb me er wel mee vermaakt die winter, het was leuk om te doen”, aldus Dijkslag.

Het is voor Dijkslag een bijzondere leader omdat hij voor het eerst zelf, zonder dat er een camera aan te pas komt, bewegend beeld kan ontwerpen. Met de Atari kan hij direct het beeld manipuleren zonder tussenkomst van operator of editor: “je voerde de codes in en je zag gelijk het resultaat”. Alleen voor het ‘happertje’ dat de tekst ‘opeet’ wordt een editor ingeschakeld. Het ‘happertje’ komt natuurlijk uit Pac-man, een van de populairste Arcade spellen uit de jaren tachtig. Een aantal letters zijn heel mathematisch opgebouwd, bijna als een tabel. Dijkslag: “maar ik heb toch ook geprobeerd om niet te dicht op het computer-idioom te blijven zitten door de ‘s’ echt als een schrijfletter weer te geven bijvoorbeeld. Anders wordt het zo stijf.”

De regisseur van het programma, Fred van der Bosch, gebruikt de leader creatief: elke aflevering hebben de achtergrond en/of de grijze delen een andere kleurtje. En die kleuren worden vervolgens ook geprojecteerd op de driedimensionale decorelementen, ontworpen door Kris Zdzienicki.

Dijkslag mag de Atari XL houden, maar geeft hem toch maar terug: “Ondertussen deed de nieuwste Amiga met grafische interface en muis zijn intree. Dat werkte veel makkelijker en simpeler, de Atari was toch wel abstract om mee te werken.”

Auntie Beeb 75 jaar

BBC televisie vierde op 2 november haar 75-jarig jubileum en dat was tevens het jubileum voor de allereerste publieke omroep uitzending ter wereld. In het prille begin keken er ‘maar’ zo’n 20.000 Londenaars, zoals te horen is in deze webreportage (met ook antwoord op de vraag waarom het niet zo’n goed idee was om de tv-zendmast op het studiogebouw te zetten).

Ter vergelijking: in 1936 was in Nederland Philips volop bezig met experimenten: het jaar ervoor was er voor het eerst een opname van een persoon (Ceesje Speenhoff die destijds bij Philips werkte) door de lucht verzonden, en in het jaar erop begon Philips met de bouw van een televisiekaravaan: een stel wagens/caravans waarmee de werking van televisie op beurzen in binnen- en buitenland gedemonstreerd werd. De eerste officiële Nederlandse televisie-uitzending zou pas 15 jaar later zijn, met een geschat bereik van ongeveer 500 huishoudens. Toch haalde Nederland die ogenschijnlijk grote voorsprong redelijk goed in. Met ‘dank’ aan de Tweede Wereldoorlog die de ontwikkeling van televisie in Engeland ernstig vertraagde: de televisiezender in London werd gevorderd door het leger voor het in kaart brengen van vijandelijk luchtverkeer.

De BBC bestond natuurlijk al eerder dan die eerste televisie-uitzending. In 1922 gingen een aantal radio pioniers/bedrijven (Marconi bijvoorbeeld) samenwerken met het doel om publieke radio-uitzendingen te verzorgen en in 1927 werd dat de BBC zoals die nu nog bestaat. In dat jaar kreeg de BBC ook officieel een ‘Coat of Arms’ toegewezen, een wapen zoals adellijke families ook hebben. Het wapen met motto “Nation shall speak peace unto Nation” verbeeldt de publieke taak die de BBC voor ogen staat. Naast de traditionele heraldische tekens: schild, leeuw, adelaars, staan er ook enkele tekens bij die verwijzen naar het radio-zenden: elektrische schichten, de hoornen van de adelaars , de aarde en planeten op het schild. Dit wapen en motto werd vermoedelijk ook bij televisie-uitzendingen van vóór 1960 getoond (zoals bij BBC News op bovenstaande foto).

In Nederland spiegelde de ANRO (Algemene Nederlandse Radio Omroep, vanaf 1927 AVRO Algemene Vereniging Radio Omroep) zich aan de BBC, want zij waren een groot voorstander van een nationale omroep in tegenstelling tot een verzuilde omroep. Net als de BBC, koos de ANRO/AVRO daarom een embleem met een nationale en traditionele vorm. Leeuwtje, wapenschild, radioschichten, de overeenkomsten zijn duidelijk. Maar het verschil is tegelijkertijd ook groot; het wapen van de BBC voldoet aan de regels van een traditie die bovendien streng gereguleerd wordt door een officiële instantie, het ‘College of Arms’. Het ‘wapenschild’ van de AVRO daarentegen is een ‘gewoon’ ontwerp van reclametekenaar André Vlaanderen. Minder sjeik, maar wel mooier.

Grafisch Geluk 1: TopPop The Cats

Vanwege de tentoonstelling Grafisch Geluk in Museum Hilversum deze winter extra aandacht voor de ontwerpen van Jaap Drupsteen en Frans Schupp; meer informatie bij de tentoongestelde werken én materiaal wat u niet in het museum te zien krijgt!

Frans Schupp begon eind jaren zestig samen te werken met regisseur Rien van Wijk, één van de jonge, wilde regisseurs bij de AVRO. Van Wijk maakte jongerenprogramma Doebidoe en dat doopte hij in 1970 om tot TopPop. De regisseur werd niet voor niets ‘wild’ genoemd, want hij trok alles uit de kast: spectaculaire decors, zooms, fades, altijd andere titelkaarten, snelle cuts, chroma-key en alle montagetrucs die er voorhanden waren. De artiesten – grote namen als David Bowie, Blondie en Gary Glitter- werden meerdere keren opgenomen zodat de regisseur verschillende versie van het play-back optreden kon samenstellen. De video-clip zoals we die nu kennen, bestond immers nog niet. Nu onvoorstelbaar, maar artiesten moesten dus naar Hilversum afreizen om hun plaatjes te promoten. Maar er waren natuurlijk ook regelmatig Nederlandstalige popgroepen in TopPop; The Cats bijvoorbeeld.

Hierboven zijn twee titelkaarten te zien die gebruikt werden bij één van hun optredens, Frans Schupp legt uit:

“Deze ‘achtergrond’ kaarten werden gebruikt voor de legendarische en populaire popgroep The Cats. De naam was de directe aanleiding voor deze katten collage. Die 2 kaarten maakten deel uit van een serie van minimaal 16 achtergrond-kaarten voor deze opname. Daarvan stond de helft voor camera 1 en de andere helft voor camera 2. Deze 2 camera’s werden op het ritme van de muziek gewisseld, en als effectbeelden ingevuld (gekeyd) in de blauwe wand achter de popgroep [titelkaart links]. Apart werden erna nog enkele solisten; de zanger, gitarist, enz., op dezelfde wijze opgenomen. Die close-ups werden dan bijvoorbeeld in het blauwe silhouet van de katten gekeyed [titelkaart rechts]. Hierna werden deze studio-opnames gemonteerd voor uitzending op televisie. Vele series van zo’n groepje ‘achtergrondkaarten’ zijn uitgevoerd in die eerste periode van TopPop.”

Helaas zijn juist van die eerste spannende jaren, wanneer Frans Schupp zo’n 7 dagen per week voor TopPop aan het ontwerpen is, weinig bewegende beelden bewaard gebleven. De opnamebanden werden opnieuw gebruikt, weggegooid, raakten zoek of gingen kapot. Gelukkig hebben we dan nog de grafische ontwerpen, zoals deze hierboven, keurig bewaard door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid). Vanaf 1972 is steeds meer bewaard, gearchiveerd of door fans van het Volendamse lied geüpload naar YouTube. Zoals onderstaand optreden uit 1972 van The Cats in een decor van meer-dan-levensgrote onderdelen uit het TopPop logo van Schupp. Elk van de vele optredens van de groep moest natuurlijk anders in beeld komen, en dus was het tv-optreden van bovenstaande katten helaas eenmalig.

opgedragen aan Slodderpoes Snoesje