Els Salomons: Twistgesprekken, Van A tot Z en Rust nog duur

Als je herinneringen wilt delen aan programma’s waar Els Salomons aan heeft gewerkt, laat dan een reactie achter onder dit bericht of via de mail.

 

Twistgesprekken met God (VPRO, 1967-1968)
Regie Bob Rooyens

Dominee ds. Barthold Van Ginkel gaat in dit programma in gesprek met mensen van verschillende geloofsovertuigingen. Hij legt vragen als: ‘Wat betekent de leuze ‘God is dood’ en: Is er leven na het graf? voor aan bijvoorbeeld een boeddhist, een medicus, bioloog, spiritist en een progressief katholiek. Een sterk inhoudelijk en progressief praatprogramma dus en dat betekent meestal: veel ‘talking heads’ in beeld.

Zo niet bij regisseur Bob Rooyens. Zijn regie en het decor van Salomons maken het programma visueel spannend. De deelnemers aan het groepsgesprek, man, vrouw, jong en oud, zitten drie rijen hoog en acht kolommen breed in hun eigen hokje. Het is niet zeker – er zijn alleen wat filminlassen bewaard gebleven – maar je zou denken dat het zitmeubeltje misschien ook wel iets zegt over de persoon waar het bij gekozen is. Lege plekken in de ‘honingraat’ zijn opgevuld met kapstok en staande klok. Het levert een prachtig totaalshot op, ieder opgesloten in het hokje van de eigen geloofsovertuiging, terwijl ze tegelijkertijd samen één bouwwerk vormen. En misschien stapten er in het heetst van het debat ook wel mensen uit hun hokje, hoewel je dat natuurlijk niet moet doen als je op de derde etage zit.

Het lijkt erop dat er in seizoen 1968-1969 een ander, veel eenvoudiger decor komt. Op de foto’s uit het archief van Beeld en Geluid (gemaakt op 21 november 1968) is een klein hoekje met industrieel ogende decorschotten waarop uitvergrootte Bijbelse (Adam en Eva bij de boom met slang) en wetenschappelijke (van aap tot mens) prenten zijn bevestigd. Van wie dit decor is en waarom de ‘honingraat’ verdween is mij niet bekend, misschien waren er te veel gasten met hoogtevrees.

Bron: Het Vrije Volk van 26 september 1967. Koninklijke bibliotheek

Bron: Het Vrije Volk van 26 september 1967. Koninklijke bibliotheek

 

Eigentijds: Van A tot Z (NTS, 2 april 1969)
Regie Jan Venema en Izzy Abrahami

Van A tot Z is een ambitieuze televisiebewerking van het gelijknamig boek van Rebecca Pass. In het poëtische boek verklaren de leestekens zich onafhankelijk, de letters en woorden in verwarring achter latend in een wereld zonder regels en structuur. Jan Venema en Izzy Abrahami bewerkten dit gegeven voor televisie met een collage van disciplines (om. dans, typografie, literatuur) en technieken (om. decor, animatie, film, grafiek) tot een kunstzinnig geheel. Bruno Maderna componeerde de muziek en teksten. Het is geen verhalende maar een associatieve vorm, zo legt Jan Venema, initiatiefnemer van de NTS serie Eigentijds waarbinnen het programma uitgezonden wordt, uit in de inleiding. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de kijker een eigen interpretatie van het verhaal kan vormen, zoals ook de makers dat deden ten opzichte van het boek van Pass.

De belangrijkste toevoeging van de makers zijn de spelers/dansers en daarmee voegen de makers een extra betekenislaag toe aan het relaas van de leestekens en letters. De dansers/spelers zijn aangekleed als ‘prototypes’. Voor de mannen zijn dat de types soldaat, hippe vogel, priester, koning, admiraal, dichter, harlekijn. De vrouwenrollen zijn bruid, meisje (vormt een setje met de hippe vogel) en prostituee (er is nog een vrouwelijke danseres, zij is niet omschreven als prototype, maar lijkt de rol van verteller te hebben). De prototype identiteit uit zich niet zo sterk in gedrag, maar met name in de kleding. Op verschillende momenten verkleedt de groep zich van hun individuele prototype kostuums naar een wit nauwsluitend uniform. Je kan daar gemakkelijk een analogie in zien met emancipatiebewegingen en democratiseringsprocessen in de samenleving die eind jaren zestig opspelen.

Ook de vorm is actueel. Het spel is deels in de studio opgenomen waar de dansers/spelers zich bewegen tussen levensgrote letters- sommige met licht erin-, een maquette van letters, twee projectieschermen met studio beelden of animaties. Daarbij worden animaties, filmbeelden en illustraties gekeyed of ge-superimposed en draait de helderheid soms om, zodat alles wat wit was zwart wordt. Er is veel interactie van spelers met het decor en de trucages, ze tillen letters rond, achtervolgen geprojecteerde zinnen, rijden met letters door de stad, dansen in illustraties en in een stad van letters (de maquette). Volgens Jan Venema is dit de richting waarin televisie zich moet ontwikkelen. In plaats van bestaande kunstvormen te imiteren, moet televisie door middel van montage juist verschillende kunstvormen samenvoegen. De afbeeldingen hierboven en beneden doen uiteraard geen recht aan de bewegende beelden, maar Venema’s opgave is bij deze productie heel goed gelukt.

 

Rust noch duur (KRO, 1969-1971)
Regie Eric Herfts
Zie voor foto’s: in.beeldengeluid.nl/rustnochduur

Rust noch duur is geschreven door Guus Vleugel voor een sterrencast bestaande uit Jasperina de Jong, Eric Herfst en Sylvia de Leur. Herfst en De Jong, in werkelijk ook getrouwd, spelen het echtpaar Millie en Thomas Vink en De Leur speelt schoonzus Martha. Sommige scenes zijn uit het leven van De Jong en Herfst gegrepen vertelt het echtpaar aan Henk van der Meyden van de Telegraaf (3-7-1969). Als Millie in de serie aan het studeren is voor deelname aan een tv-quiz, heeft het huiselijk leven daar zwaar onder te lijden. Thomas kan nog geen kop koffie pakken of Millie schreeuwt om stilte. Zo is dat thuis ook als De Jong zich voorbereidt op een rol of show, vertelt Herfst aan Van der Meyden. De Jong wordt in dit interview afgeschilderd als een moeilijke, jaloerse en prikkelbare vrouw. Maar, ze komen na een ruzie altijd weer tot elkaar, zegt Herfst en zo is dat in Rust noch duur ook.

Scenarist Guus Vleugel’s idee was een serie te maken over de moderne jonge vrouw, zo vertelt hij in hetzelfde stuk aan Van der Meyden: “de moderne jonge vrouw die het beu is de hele dag in haar flatje te zitten en eruit wil. Dat is namelijk een gevoel dat op het ogenblik veel vrouwen hebben en dat leek ons een aardig idee voor een strip. En Jasperina zelf is in feite ook zo’n vrouwtje van deze tijd.” Vrouwtje, het staat er echt. Maar we hebben het dan ook over een tijd waar het heel gewoon is dat een vrouw na het huwelijk stopt met werken en dus inderdaad de hele dag in haar flatje zit, met of zonder kinderen, maar in ieder geval met de afwas en de strijk.

In de gevallen dat een vrouw wel werkt, zoals Jasperina de Jong bijvoorbeeld die naast haar rol in de Rust noch duur in de avonden in theaters staat, is het concept van een gelijke verdeling van huishoudelijke taken nog erg onbekend. Als Van der Meyden De Jong vraagt of zij vindt dat man en vrouw gelijk moeten zijn in een huwelijk, antwoordt ze: “Vroeger dacht ik, dat is waanzin, maar toen we getrouwd waren, zei Eric op een keer: ik doe de afwas, jij hebt het vandaag zo druk gehad. (…) Maar denk niet dat Eric me altijd mijn gang laat gaan, ik heb bij hem niets te zeggen, hij heeft een enorm overwicht op mij.” En het wordt ineens duidelijk waarom De Jong thuis zo prikkelbaar is.

De televisie recensenten hebben ook nog wat moeite met de moderne jonge vrouw waar De Jong in de serie gestalte aan geeft. Millie Vink is geen sympathieke vrouw, en daar is het volgens Nico Scheepmaker aan te wijten dat Rust noch duur, ondanks sterrencast, geen succes is. In de woorden van Guus Vleugel zelf is Millie: “een progressieve, neofiele en vrijwel volmaakte humorloze burgerjuffrouw.” Wie zal zich met zo’n mens willen vereenzelvigen, vraagt Scheepmaker zich af. “Martha daarentegen, is ook een burgerjuffrouw, maar wel vriendelijk en mist de haaibaaierigheid van haar schoonzuster Millie”, aldus Scheepmaker (Het Vrije Volk, 6-4-1970). Nu zijn er zat populaire series te noemen met onuitstaanbare mannelijke hoofdrolspelers, maar voor vrouwen was dat destijds blijkbaar nog een brug te ver. Helemaal leuk natuurlijk die emancipatie, zolang de vrouwtjes maar vriendelijk glimlachend de afwas blijven doen.

Wat zou Els Salomons, die de decors voor deze serie ontwierp, van Millie, Thomas en Martha Vink hebben gevonden? Salomons was haar tijd – en Rust noch duur – ver vooruit; ze had een goede baan, woonde zelfstandig, aan bewonderaars geen gebrek, maar nooit getrouwd. Wat haar voormalig collega’s mij vertellen is dat Salomons nogal uitgesproken in haar antipathieën kon zijn, maar dat ze tegelijkertijd het middelpunt van het sociale leven van de afdeling decorontwerp was. Ze organiseerde vele borrels en feesten bij haar thuis in ‘s Graveland en de kinderen van haar collega’s waren dol op haar (zie ook hieronder). Uitgesproken, geëmancipeerd en tóch geliefd, het bestond dus al wel in 1969. Had Guus Vleugel voor het scenario van Rust noch duur maar wat meer inspiratie aan Els Salomons opgedaan.

 

1971: Regiecursus Xandra van Baarle (maart 1971)

Decorontwerp van Els Salomons voor een productie in het kader van de regiecursus van Xandra van Baarle, 22 maart 1971. Collectie erven Van Baarle

‘Hoe is het met Els Salomons? was zo’n beetje het eerste wat Xandra, de dochter van Nic van Baarle, me vroeg toen ik bij haar op bezoek was. Diezelfde dag is Salomons overleden, maar dat wisten wij toen nog niet. Xandra haalde warme herinneringen op aan Salomons en de bezoekjes aan haar huis in ‘s Graveland. Salomons maakte collages met snoeppapiertjes die door Xandra – en waarschijnlijk ook andere ontwerperskinderen – met veel plezier gespaard werden. ‘Ik moest dus van haar snoepen’ zei Xandra en zoiets is natuurlijk geen straf.

Jaren later, in 1971, volgt Xandra de regiecursus bij Opleidingscentrum Santbergen. Salomons ontwerpt hiervoor het decor en gelukkig is de tekening bewaard gebleven. De titel kan ik niet achterhalen, het was volgens Xandra een gedramatiseerde documentaire over splinterpartijen. Op bovenstaande tekening de kamer van Douwe Trant, wat een pseudoniem was van Rinus Ferdinandusse in de Vrij Nederland.

Reageer